25 september 2019

Korten kan sneller gaan

De dreigende kortingen op de pensioenen kunnen sneller gaan dan tot nog toe aangenomen. Pensioenfondsen overwegen om kortingen niet over tien jaar, maar bijvoorbeeld over vier jaar uit te smeren. Het korten wordt er niet overzichtelijker op. Pensioenfondsen hebben de vrijheid om de kortingen binnen de wettelijke kaders toe te passen.

Een snellere korting betekent dat de koopkracht van gepensioneerden volgend jaar verder onder druk komt te staan. ANBO en ook de Pensioenfederatie waarschuwden daar al voor in hun commentaar op de Miljoenennota. Het Centraal Planbureau had de omvang en effect van de kortingen nog gerelativeerd – ten onrechte blijkt opnieuw.

Onrealistische rekenrente

ANBO is neutraal over de wijze van korten. Natuurlijk lijkt het aantrekkelijker om kortingen lang uit te smeren, maar kostenefficiency is ook in het belang van alle deelnemers. Bovendien vindt ANBO dat de reden van de korting moet worden aangepakt: de onrealistische rekenrente.

De versnelde korting zou aan de orde zijn bij de metaalfondsen PME en PMT, zo blijkt uit een publicatie in het vakblad PensioenPro van vandaag. De reden om sneller te korten is dat het uitsmeren over tien jaar administratief meer kost en zou kunnen leiden tot extra korting. Op dit moment zouden deze fondsen circa 8 procent moeten korten. Dat mag in tien jaar: 0,8 procent per jaar dus ofwel bij een uitkering van € 800 per maand € 6,40. Administratiekosten wegen zwaar op zo'n bedrag.

Vervallen

Hoe er zal worden gekort, is steeds slechter te overzien. Bij de metaalfondsen gaat het om een onherroepelijke korting als zij voor 31 december niet op 100 procent dekkingsgraad staan. Die kans is overigens inmiddels verwaarloosbaar. Zij moeten korten omdat zij na vijf jaar niet op 100 procent staan. De korting is kleiner dan voorheen, omdat in het pensioenakkoord de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,5 procent komt te vervallen.

Nog een extra complicatie: pensioenfondsen trekken voor alle nog werkende deelnemers in één keer de korting af. Maar dat betekent dat mensen die de komende jaren met pensioen gaan hun pensioen meteen al – zonder spreiding – lager zien worden, waar gepensioneerden nog enigszins worden ontzien met uitsmeren.

Dezelfde problemen

Voor de grootste fondsen, ABP en Zorg en Welzijn, geldt bovenstaande problematiek nog niet. Zij moeten de 'kritische dekkingsgraad' van 95 procent zien te bereiken voor 31 december. Halen ze dat niet, dan moeten ze tot die 95 procent korten. Deze kortingen zijn voorwaardelijk: mocht volgend jaar het herstel intreden, komen deze kortingen te vervallen. Maar eind 2020 staan zij mogelijk voor dezelfde problemen als de metaalfondsen.

Pensioenfondsen zijn inmiddels begonnen met het voorlichten van de deelnemers over de mogelijke kortingen. Hoe die uitvallen, wordt in de eerste maanden van 2020 bepaald aan de hand van de dekkingsgraad van 31 december 2019. Daadwerkelijk zal het korten vermoedelijk per 1 juli komend jaar gebeuren. ANBO raadt aan om de informatie op de websites en in nieuwsbrieven van pensioenfondsen nauwgezet te volgen.

Euro in water