17 april 2014

ANBO benieuwd naar uitruil zorgdeal

ANBO maakt zich grote zorgen over de uitruil die minister Schippers en de onderhandelaars van de vijf 'bevriende' partijen hebben afgesproken. Waar nu wordt gesproken over een grotere efficiency voor zorgverzekeraars, die een basis heeft in eerdere akkoorden, vermoedt ANBO alsnog forse inperking van vrije artsenkeuze. "De vrije artsenkeuze zal ongetwijfeld blijven bestaan. Maar voortaan betaal je een stevige prijs voor die keuze. En hoewel de verregaande specialisatie van ziekenhuizen, nu al onder druk van de zorgverzekeraars, leidt tot meer deskundigheid perkt het de keuzevrijheid de komende jaren ook verder in. Specialistische zorg is vaak zorg op afstand, terwijl de nieuwe zorgcultuur juist moet leiden tot goede (informele) zorg, revalidatie en ondersteuning dichtbij. Steeds meer kleine ziekenhuizen zullen zich enkel nog bezig houden met laagcomplexe zorg en ouderenzorg. Een deel verdwijnt helemaal. Ik ben heel benieuwd wat de bevriende oppositie terugkrijgt voor deze aanslag op ons stelsel", zo zegt ANBO-directeur Liane den Haan.

Verzekeraars niet transparant

Verzekeraars onderhandelen met zorgaanbieders over de beste zorg voor de beste prijs. Maar welke criteria aan die beoordeling ten grondslag liggen, is voor patiënten en consumenten onduidelijk."Keuzevrijheid vereist transparante kwaliteitseisen. Patiënten worden geacht te kiezen, terwijl ze niet weten op welke gronden de verzekeraar beslist geen zorg in de kopen."

Minder bezuinigen

ANBO is blij dat het kabinet 360 miljoen euro minder gaat bezuinigen in de zorg in 2015, maar is nog niet gerust op een goede verdeling van deze verzachting. “Mensen willen het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij zorg nodig hebben. Dit extra geld moet ervoor zorgen dat dat ook verantwoord kan,. Dat betekent niet alleen goede zorg en ondersteuning thuis, maar ook ruime keuze in het beschikbare woningaanbod”, zegt Den Haan.

Verdeling over 3 pijlers

ANBO had graag gezien dat het geld verdeeld zou worden over drie pijlers. Het meeste geld moet naar de Wmo (uitgevoerd door de gemeenten) en de wijkverpleging (uitgevoerd door de zorgverzekeraars). Dit, samen met een indicatiesysteem dat zorg op maat garandeert, helpt mensen langer zelfstandig thuis te blijven. Daarnaast moet de woningmarkt klaargemaakt worden om senioren in staat te stellen langer thuis te blijven. In het kader van het scheiden van wonen en zorg moet er een divers en modern aanbod van woonvormen komen. Bovendien moeten de verzorgingshuizen die nog wél openblijven hun aanbod aanpassen aan de wensen en behoeften van mensen. Den Haan: “Dat laatste aspect, het wonen, wordt sowieso een groot probleem, want er is nu al een groot tekort aan geschikte seniorenwoningen. Nu iedereen langer thuis moet blijven wonen loopt dat tekort in rap tempo op. Als minister Blok daar niets aan doet, dan stagneert het hervormingsplan van staatssecretaris Van Rijn met de zorg. Deze twee gebieden overlappen elkaar. Er zou dus niet alleen geld naar de zorg moeten, maar ook geld naar de woningmarkt voor senioren.“

Uitstel Wlz

ANBO wil dat eerst de nieuwe Wmo zorgvuldig wordt ingevuld, en dat er goede verpleging thuis is op basis van een goedwerkend nieuw indicatiesysteem dat zorg op maat garandeert. Pas als alle knelpunten bekend zijn, kan de Wet Langdurige Zorg (Wlz) ingevoerd worden. Door Wlz-uitstel wordt vooral gezorgd dat mensen met een zware zorgvraag – de mensen met het zogeheten zorgzwaartepakket 4 -  pas langer thuis kunnen blijven wonen als die infrastructuur klaar is. Den Haan: “Wil je dat mensen verantwoord thuis kunnen blijven wonen, dan is het nodig om hier extra geld voor uit te trekken. Gemeenten krijgen nog steeds te maken met enorme bezuinigingen en het is goed dat het kabinet zeker de eerste jaren bijspringt, maar er is meer voor nodig om dit hele proces en alles wat daarbij komt kijken in goede banen te leiden.”