Uw pensioen: de keuze is reuze maar niets is al zeker

Hoe zit het ook weer met dat nieuwe pensioenstelsel?

De Tweede Kamer heeft voor het zomerreces naar adem gehapt. Eigenlijk was het de bedoeling om de Wet Toekomst Pensioenen er nog even voor de zomer doorheen te jassen. Maar na drie rondetafelgesprekken met kritische deskundigen vond de Kamer het beter om alles eerst even te laten bezinken. Gelukkig maar.

De overgang naar een nieuw pensioenstelsel is de grootste operatie die ooit plaatsvond in pensioenland en een van de grootste in het publieke domein. ANBO had dan ook aangedrongen op zorgvuldigheid boven haast.

Want hoe zit het ook weer met dat nieuwe pensioenstelsel? We gaan over van een uitkeringsregeling naar een premieregeling. Dat maakt op zich voor de gepensioneerden niet zoveel uit. Wel voor de werkenden: zij krijgen geen – min of meer gegarandeerde – uitkering meer toegezegd. Daarvoor in de plaats komt een pensioenpot, waarin werkgever en werknemer hun premie storten en waarin het rendement op het kapitaal wordt bijgeschreven. In beginsel is het de ambitie om uiteindelijk na 42 jaar een bruto pensioen (inclusief AOW) van tachtig procent van het gemiddeld verdiende inkomen te krijgen. Maar dat is een verwachting, een ambitie