‘Oudere werknemers zijn vastgeroest’

en andere vooroordelen ontkracht!

‘Werkgevers worstelen met oudere werknemers.’ Het is een echte krantenkop uit 2017. Dat artikel gaat niet over een sportieve krachtmeting, maar over de ingewikkelde relatie die werkgevers hebben met werknemers boven de 45. Onterecht, vindt ANBO, en daarom rekenen we af met alle vooroordelen.

Je zou zeggen dat ‘ouder’ in deze context een synoniem is voor ‘ervaren’. Voor ‘ik raak niet meer zo snel in paniek’. Of voor ‘ik kan anderen veel leren’. Daarom rekenen we stuk voor stuk af met vijf vooroordelen over oudere werknemers. 

Vooroordeel 1: oudere werknemers zijn vaker ziek, en fysiek en mentaal versleten
Oudere werknemers blijken juist minder vaak ziek te zijn dan jongeren. Ze zijn, als ze ziek zijn, wel langer afwezig. Wanneer je ouder wordt, heb je meer tijd nodig om te herstellen. Maar dat werknemers na een bepaalde leeftijd fysiek versleten zouden zijn is een fabel, dit verschilt sterk per persoon en per situatie. Een werknemer op kantoor wordt anders fysiek belast dan een werknemer in de bouw. In het algemeen geldt: mensen leven anno 2019 langer, blijven langer fit en de fysieke achteruitgang van werknemers is in veel gevallen met (beperkte) aanpassingen van de werkomgeving goed op te vangen. Oudere werknemers kampen daarnaast minder vaak dan jongeren met stress-gerelateerde klachten. 

Vooroordeel 2: oudere werknemers leren niets meer bij
Naarmate mensen ouder worden, veranderen hun mentale capaciteiten. Jongeren hebben een groter creatief probleemoplossend vermogen en kunnen nieuwe informatie sneller verwerken. Maar ouderen scoren veel beter als het aankomt op herkenning van situaties en hebben een groter op ervaring gebaseerd probleemoplossend vermogen. Oudere werknemers leren daardoor ook anders dan hun jongere collega’s. Jongeren hebben meer baat bij ‘traditionele’ cursusvormen (in klasvorm), ze verlangen een breder aanbod van nieuwe onderwerpen en ze kunnen meer theoretische kennis verwerken. Oudere werknemers hebben juist meer baat bij cursusvormen die aansluiten bij de praktijk, die voortbouwen op bestaande kennis en ervaring.

Vooroordeel 3: oudere werknemers zijn vastgeroest in hun denken
Werknemers op leeftijd, die ervaring hebben in een sector, organisatie of functie, kunnen kritisch overkomen wanneer veranderingen worden voorgesteld. Ze lijken daardoor star. Tegelijkertijd zorgt ervaring ervoor dat oudere werknemers in toenemende mate kunnen inschatten welke veranderingen zinvol zijn en welke juist niet. Daardoor worden ze kritischer en zijn ze, minder dan jongeren, geneigd mee te gaan in veranderingen die ze zelf niet wenselijk achten. Maar dat betekent niet dat oudere werknemers niet meer willen veranderen. Bovendien willen oudere werknemers meedenken met de organisatie of de leidinggevende: met toegenomen ervaring stijgt ook de behoefte om gehoord te worden. En vanuit hun ervaring zijn ouderen een goed klankbord – veel problemen hebben ze immers al eens meegemaakt.

Vooroordeel 4: oudere werknemers gaan méér kosten voor minder productiviteit
Meerdere onderzoekers stellen dat mensen, naarmate ze ouder worden, meer behoefte hebben om hun werkzaamheden naar eigen inzicht in te vullen, of verlangen naar een breder takenpakket dan ze voorheen hadden. Hun ervaring en inzicht kan daarnaast van grote waarde zijn wanneer ze worden ingezet in coachende of adviserende rollen in team. Bovendien zijn in tal van sectoren voorbeelden te vinden van oudere werknemers die een productiviteitsstijging laten zien omdat ze, op ervaring en routine, hun taken sneller kunnen afhandelen. 

Dat betekent dat oudere werknemers, wanneer op waarde geschat en goed ingezet, van grote waarde kunnen zijn voor een organisatie. Maar dat betekent ook dat maatregelen, die bedoeld zijn om oudere werknemers te ontlasten en daarmee productief te houden, vaak hun doel missen: het verlichten van werklast kan er juist voor zorgen dat oudere werknemers zich niet meer gewaardeerd voelen en daardoor aan productiviteit inleveren.  

Vooroordeel 5: Ouderen zijn vastgeroest in hun baan
Het is een feit dat oudere werknemers in een gouden kooi kunnen belanden, waarbij hun salaris, gecombineerd met hun opgebouwde ontslagrechten en ‘ouwelullendagen’ ervoor zorgen dat een overstap naar een nieuwe functie financieel minder aantrekkelijk is dan blijven zitten waar je zit. Of dat het moeilijker is een nieuwe baan te vinden als je werk zoekt. 

Toch zeggen die voorwaarden niet alles. Ouderen zijn, meer dan jongeren, gefocust op betekenis, op zingeving, op een waardevolle rol voor andere mensen in hun omgeving, terwijl er tegen het eind van de loopbaan juist minder nadruk komt te liggen op geld of carrière. 

Diversiteit werkt het best

Het is niet moeilijk om jong en oud tegenover elkaar te zetten. Maar slimmer is om ze náást elkaar te zetten. Samenwerken met mensen die niet op jou lijken, daagt je uit. Man/vrouw, jong/oud, etnische verschillen; uit vele onderzoeken blijkt: hoe diverser de organisatie, hoe beter die presteert.

Niet meer jobhoppen

De vooroordelen over oudere werknemers kennen we nu, maar de vóórdelen dan? Die zijn er zeker! Als je iemand van zestig aanneemt, mag je erop rekenen dat hij of zij de rest van zijn loopbaan blijft. Kom daar maar eens om bij een jongere collega. Voor ANBO Magazine 4 van 2018 interviewden we drie enthousiaste mensen. Lees hun verhaal op anbo.nl/ontkracht.

Dame op tablet