17 oktober 2018

Versterking wijkteams nodig, zodat mensen hun weg in hulp en zorg beter vinden

Nu langer zelfstandig wonen de norm is geworden, wonen ook mensen met meer complexe hulp- en zorgvragen thuis. Die gaan over zorg, maar ook bijvoorbeeld over woningaanpassingen, schuldenproblematiek of psychische en geestelijke hulp. ANBO pleit, voorafgaand aan het begrotingsoverleg dat de Tweede Kamer vandaag houdt, voor versterking van de sociale wijkteams. Deze teams kunnen, in nauwe samenwerking met de huisarts, domeinoverstijgend werken, zodat de weg naar hulp en zorg gemakkelijker te vinden wordt, en er geen tijd verloren gaat. Een voorbeeld is het systeem dat in Den Haag bestond en in Gouda nog actief is, onder leiding van wijkorganisatie Plicare, en het Alphense initiatief Tom in de buurt

Wie doet wat? En hoe weet de burger dat?

"Een beroep doen op samenwerking tussen professionals klinkt mooi, maar wie neemt het initiatief? Hoe ziet de samenwerking er dan uit? En vooral: wat levert dit op als het gaat om betere en persoonlijkere zorg? Voorlopig zien we dat de samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders behoorlijk schuurt, dat communicatie stagneert, er geen overzicht is van het aanbod en dat mensen veelvuldig van het kastje naar de muur worden gestuurd. De gescheiden financieringsstromen, waarbij de investering van de één de opbrengst van de ander is, draagt hier niet aan bij. Ook is het bijzonder lastig voor mensen hun weg in de drie wetten - Wmo, zorgverzekeringswet en de wet langdurige zorg - te vinden, zeker als er sprake is van toenemende zorg en er een beroep op meerdere zorgprofessionals moet worden gedaan", zo schrijft ANBO-bestuurder Liane den Haan.

Ten minste vijf oplossingen

ANBO pleit in de brief voor het volgende:

  • Inzetten op versterking van wijkteams waarin de verschillende professies (welzijn, zorg) bij elkaar gebracht zijn. Dit moeten teams zijn die veel meer aan de voorkant hun werk doen (informatiebijeenkomsten, spreekuren, bij mensen thuiskomen met adviezen) ook huisartsen kunnen hiernaar doorverwijzen. De grootste kracht is dat zij domeinoverstijgend werken en het vaste aanspreekpunt zijn voor mensen met een hulpvraag tot de vraag in goede banen is geleid naar een oplossing;
  • Inzet op beschikbaarheid van de specialist ouderengeneeskunde in de eerstelijn al dan niet beschikbaar voor meerdere praktijken. Deze specialist heeft goed overzicht over de ELV’s en werkt samen met de ziekenhuizen en zorgorganisaties voor thuis- en verpleegzorg;
  • Specialist ouderengeneeskunde of geriater op de SEH/ziekenhuis aanwezig. Sommige ziekenhuizen hebben speciale geriatrische afdelingen en transferverpleegkundige is helemaal ingesteld op de problemen die het naar huis gaan met zich mee kunnen brengen; 
  • Stevig inzetten op innovaties die het langer zelfstandig wonen ondersteunen, zoals robotica en domotica. Hier moet gezien de druk die er al ligt op de wijkverpleging haast mee gemaakt worden. Er zijn diverse toepassingen en succesvolle voorbeelden maar de brede noodzakelijke uitrol om te zorgen dat dit normale toepassingen worden als onderdeel van het wonen ontbreekt;
  • Ook moet de druk op gemeenten verhoogd worden om samen met corporaties en zorgorganisaties, echt haast maken met het bouwen van nieuwe woonzorgconcepten. Er is een wereld te winnen als we het zogeheten ‘gat in de samenleving’, tussen ‘thuis’ en het verpleeghuis, met nieuwe woonzorgconcepten kunnen dichten. Er zijn te veel crisisopnames en de capaciteit op eerstelijnsverblijf en crisisbedden is beperkt. Goed ouder worden begint bij goed wonen in leefbare wijken die uitdagen tot bewegen en tot ontmoeten. Sociaal netwerk en identiteit zijn belangrijk. Dit voorkomt onnodig beroep op de zorg. We moeten preventief aan de voorkant investeren in wonen, welzijn en wijken om te voorkomen dat het beroep op zorg onnodig groot wordt.

Lees de hele brief van ANBO

 

zorg