29 mei 2013

Oud en jong sluiten akkoord over pensioenen

ANBO heeft samen met PCOB en de Unie KBO een akkoord gesloten met jongerenorganisaties FNV Jong en CNV Jongeren over de toekomst van de aanvullende pensioenen. Dit akkoord verdeelt de pensioenrisico’s eerlijker en smoort een dreigend generatieconflict over de pensioenen in de kiem. Volgens ANBO-directeur Liane den Haan biedt het akkoord een perfecte basis voor een duurzaam nieuw pensioenstelsel.

Risico’s gedeeld

De vijf organisaties pleiten ervoor dat pensioenfondsen risico’s blijven nemen om er voor te zorgen dat pensioenen gelijke tred kunnen houden met lonen en prijzen. De risico’s worden gedeeld door alle generaties maar mee- en tegenvallers in het beleggingsrendement worden uitgesmeerd. Ouderen worden zo niet langer geconfronteerd met abrupte, grote kortingen op hun pensioeninkomen, terwijl jongeren meer profiteren van meevallers. Schokken in de geprojecteerde levensverwachting worden wel direct in de pensioenuitkeringen verwerkt. Bij tegenvallende beleggingsrendementen moet eerder met korten worden begonnen om te voorkomen dat de rekening te veel wordt doorgeschoven naar jongeren. Werkenden betalen te allen tijde een kostendekkende premie voor de opbouw van nieuwe pensioenrechten. Maar werkenden worden niet langer verplicht om herstelpremies te betalen als een fonds een tekort heeft.  

Reëel contract

Den Haan: “Eén van de hoofdpunten is ook de aanbeveling voor pensioenfondsen en sociale partners om in principe over te gaan naar het reële contract onder het gelijktijdig invaren van de ‘oude pensioenrechten’. Dit is sinds het pensioenakkoord ook altijd een belangrijk uitgangspunt voor ANBO geweest.”

Zelf kiezen

De ouderen- en jongerenorganisaties kiezen voorts voor het behoud van het collectieve pensioenstelsel waarin werknemers hun pensioen opbouwen bij een door de werkgever gekozen pensioenuitvoerder en waarbij generaties risico’s delen Zij pleiten voor contractvrijheid waarbij pensioenfondsen mogen kiezen uit verschillende risicoprofielen. De overheid moet er op toezien dat het beleggingsbeleid van de fondsen consistent is met de gekozen zekerheidsgraad en dat fondsen de risico’s adequaat communiceren met de deelnemers. Ook mogen deelnemers die dat wensen zelf kiezen voor een hogere of een iets lagere zekerheidsgraad. De collectieve of individuele keuze voor een bepaald risicoprofiel mag de waarde van de pensioenrechten van deelnemers echter niet aantasten. Individuele eigendomsrechten worden zo beter geborgd.

De Tilburgse hoogleraren Theo Nijman en Lans Bovenberg hebben de organisaties ondersteund bij het akkoord. Het akkoord gaat deze week naar de sociale partners en het ministerie van Sociale Zaken, die bezig zijn met het nieuwe pensioenstelsel.