10 april 2018

Oproep aan Hoekstra: niet uitgaan van gemiddelden

Minister van Financiën Hoekstra informeerde de Eerste en Tweede Kamer over de inkomens- en vermogenspositie van ouderen. De minister is in zijn brief overwegend positief. ANBO deelt in principe de conclusie dat de gemiddelde inkomens- en vermogenspositie van senioren beter aan het worden is. Maar het gaat om gemiddelden en ANBO neemt al geruime tijd het standpunt in dat je daar niet van moet uitgaan. “Zoals gebruikelijk worden conclusies opgehangen aan gemiddelden,” aldus Liane den Haan, directeur-bestuurder van ANBO. “Zorgvuldig koopkrachtbeleid kun je daar niet op baseren, want dan doe je een aantal groepen in de samenleving tekort. Bepaalde groepen gepensioneerden, maar ook jongere mensen met een uitkering bijvoorbeeld.”

Grote zorgen over mensen met zorgkosten

Zo maakt ANBO zich al jaren zorgen over de koopkracht van gepensioneerden met een hoge zorgvraag. “Sinds 2015 zijn de individuele zorgkosten alleen maar toegenomen, terwijl de inkomens niet met de hogere kosten meestijgen. Op geen enkele wijze houdt koopkrachtbeleid hier rekening mee.” ANBO heeft dit al in 2015 via een wetenschappelijk onderzoek aangetoond. 

Een ander probleem is de toenemende koopkrachtkloof tussen werkenden aan de ene kant en gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden aan de andere kant. Den Haan: "De kloof tussen werkend en gepensioneerd groeit, mede door het niet stijgen van de pensioenen. Alleen al in 2016 kwam er vier procent bij!” De koopkrachtplaatjes - ook gemiddeld dus - die ten tijde van Prinsjesdag 2017 zijn gepresenteerd, laten zien dat werkenden de komende jaren een koopkrachtstijging van 1,4 procent per jaar tegemoet kunnen zien, terwijl gepensioneerden het met 0,7 procent moeten doen. Den Haan vervolgt: “Ik kan mijn achterban niet uitleggen waarom werkenden meer profiteren dan anderen. Zeker nu de economie fors aantrekt. Gepensioneerden hebben tijdens de crisis hun steentje bijgedragen met de bezuinigingen. Dan moeten zij er ook in gelijke mate van kunnen profiteren dat het nu beter gaat.”

Koopkrachtmaatregelen helpen gepensioneerden niet

In de brief geeft de minister aan dat het kabinet een aantal maatregelen neemt die de koopkracht van senioren beïnvloeden. Hij noemt onder andere de verhoging van de algemene heffingskorting. De heffingskorting is een korting op de te betalen belasting. Den Haan noemt dat onzin: “Laat duidelijk zijn; mensen met een laag inkomen hebben niets aan een hogere heffingskorting. Want bij een laag inkomen is de heffingskorting vaak hoger dan het bedrag aan belasting!”

Iemand met bijvoorbeeld alleen een AOW-pensioen is in 2018 ruim € 1.900 aan inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen verschuldigd. De heffingskorting is in deze situatie € 2.337, zodat niets verschuldigd is. Een hogere heffingskorting sorteert dus geen enkel effect voor deze gepensioneerde.

Aan de ene kant profiteert deze groep dus niet van een lagere inkomstenbelasting, maar wordt wel getroffen door een andere maatregel van het kabinet, de verhoging van het lage BTW-tarief.

Vermogenspositie; geld in stenen

ANBO plaatst ook vraagtekens bij de conclusie over de vermogenspositie. Zoals gebruikelijk wordt bij het vermogen de waarde van de eigen woning opgeteld. "Dat is geen geld dat je kunt uitgeven.’ aldus Den Haan. ‘Je kunt toch moeilijk je boodschappen betalen met de waarde van je woning." Het zou getuigen van zorgvuldigheid als de overheid bij het ontwikkelen van koopkrachtbeleid rekening zou houden met specifieke groepen en problemen in de samenleving. Den Haan: "Die oproep aan het kabinet doe ik bij deze!"