5 juni 2012

Ook Raad van State kritisch op AOW-plan

De Raad van State vreest dat ouderen met een kleine beurs in de problemen komen door de snellere verhoging van de AOW-leeftijd. Daarmee steunt de Raad van State, een van de belangrijkste adviesorganen voor de regering, het standpunt van ANBO. In het Kunduz-akkoord, dat CDA, VVD, D66, GroenLinks en de ChristenUnie sloten, is afgesproken dat de  AOW-leeftijd vanaf 2013 in stappen van een, twee of drie maanden omhoog gaat, totdat deze op 66 staat in 2019. Daarmee ontstaat een inkomensgat voor mensen die nu al met vroegpensioen zijn of op korte termijn 65 worden.

Overgangsmaatregel

Als overgangsmaatregel blijft tot 2015 AOW op 65 mogelijk. Mensen moeten hun AOW lenen en op termijn terugbetalen. ANBO vindt dat belachelijk. "Waarvan moet die eerder ontvangen AOW dan worden terugbetaald?", vroeg ANBO-directeur Liane den Haan zich eerder af.  Ook de Raad van State is kritisch: de lening schuift het probleem met het inkomensgat slechts op. Het is volgens de Raad "zeer de vraag" of ouderen, die aan het begin van hun pensionering een maand AOW niet kunnen missen, later in staat zijn om uitkeringsgeld terug te betalen. De Raad pleit voor een kwijtscheldingsbeleid en een goede toegang tot de bijstand.

Pensioenakkoord

Anders dan ANBO is de Raad van State het wel eens met de snellere verhoging van de AOW-leeftijd. De nieuwe plannen zijn dan ook wenselijk, aldus de Raad, maar er moet meer worden gedaan om financiële problemen te voorkomen. ANBO vindt het juist zeer onverstandig dat het zwaarbevochten pensioenakkoord van tafel is gegaan met het Kunduz-akkoord. In het pensioenakkoord ging de AOW-leeftijd in 2020 naar 66, waardoor werknemers de tijd hadden om inkomensvoorzieningen te treffen. Ook bleef het mogelijk om op 65 met AOW te gaan, bijvoorbeeld voor mensen met zware beroepen.