1 december 2016

Nieuwe stap in discussie nieuw pensioenstelsel

De pensioensector moet nog voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017 met een definitief voorstel voor een nieuw pensioenstelsel komen. Uit onderzoek van de Pensioenfederatie blijkt dat de twee modellen die nog op tafel liggen op zich wel interessant blijven, maar dat er ook nog veel haken en ogen aan zitten. Dat schrijft de Pensioenfederatie, de koepelorganisatie voor pensioenfondsen, in een brief aan de Sociaal Economische Raad (SER). De twee varianten zijn ruwweg het huidige stelsel maar zonder de toegezegde zekerheid ('variant 1b') of een systeem met eigen pensioenrekeningen met een gezamenlijke buffer ('variant 4c').

Voor maart 2017 variant kiezen

Een nieuw stelsel kan echter bij verschillende fondsen heel anders uitpakken. Daarom heeft de federatie tien fondsen doorgerekend. Directeur-bestuurder Liane den Haan: "Het is goed dat dit gebeurd, want voor alle partijen moet inzichtelijk zijn wat het nieuwe stelsel oplevert, wie de vruchten plukt en wie de prijs betaalt – en hoe je dat kunt verrekenen."

Pensioen gaat iedereen aan

Den Haan deelt de mening van de Pensioenfederatie dat het goed is dat er voor maart 2017 een variant is gekozen, want "er moet worden voorkomen dat politieke partijen op basis van ideologische argumenten keuzes maken. Pensioenen lenen zich hier niet voor. Keuzes voor een nieuw stelsel moeten gemaakt worden op basis van realistische argumenten omdat het iedereen in de samenleving aangaat. Alleen op die manier kan een weloverwogen keuze gemaakt worden."

Huidige stelsel aan vernieuwing toe

In mei van dit jaar kwam de SER met een verkenning naar een nieuw pensioenstelsel, omdat er vanwege de vergrijzing en economische schommelingen dringend behoefte is aan een nieuw pensioensysteem. De SER presenteerde zes varianten waarbij zij haar voorkeur uitsprak voor pensioenvarianten 1b en 4c. ANBO staat open voor alle verbeteringen, maar vindt dat de omzetting naar een nieuw stelsel evenwichtig moet zijn met lage kosten.