20 juni 2018

Leeftijd waarop we gemiddeld met pensioen gaan nadert de 65 jaar

We blijven tot op steeds hogere leeftijd aan het werk. De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan lag in 2017 op 64 jaar en 10 maanden, vijf maanden hoger dan het jaar ervoor. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag bekend gemaakt.

De leeftijd iemand recht heeft op AOW lag vorig jaar op 65 jaar en 9 maanden. De AOW-leeftijd gaat tot 2022 omhoog tot 67 jaar en drie maanden. Daarna wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Positieve ontwikkeling

Dit is een positieve ontwikkeling, reageert ANBO-directeur Liane den Haan op de jongste CBS-cijfers. ‘Het is voor de betrokkenen maar ook voor de maatschappij van groot belang dat we van ieders inzet, deskundigheid en ervaring zo lang mogelijk gebruik kunnen maken. We mogen echter niet vergeten, dat het niet voor alle werkenden mogelijk is zo lang door te werken.’

Tegelijkertijd is het aantal oudere werkzoekenden nog steeds veel te hoog, stelt Liane den Haan. ‘Zeker nu het al zo lang economisch goed gaat en werkgevers melden dat ze moeilijk aan personeel kunnen komen, moeten ze met creatieve oplossingen komen om ouderen aan het werk te houden. Vijftigers kunnen en willen nog jaren met veel plezier werken. Daar ligt nog een grote uitdaging.’

Loon

Het aantal mensen van boven de 55 jaar dat het loon als voornaamste inkomstenbron heeft, is tussen 2006 en 2017 met bijna 80 procent toegenomen. Het aantal 65-plussers dat nog werkt, is in die periode zelfs verzesvoudigd.

De gemiddelde pensioenleeftijd lag begin deze eeuw nog onder de 61 jaar. Maatregelen om langer doorwerken te stimuleren, wierpen in de jaren daarna hun vruchten af en later kwam daar de stijgende AOW-leeftijd bij.

Versnelling na 2006

Vooral na 2006 is het hard gegaan. In dat jaar gingen nog bijna negen op de tien Nederlanders voor hun 65e verjaardag met pensioen, dat zijn er nu nog maar vier op de tien.

Stoppen met werken op de leeftijd van 59 jaar of jonger komt bijna helemaal niet meer voor. Dat was vorig jaar voor 4 procent van de bevolking weggelegd, waar dat tien jaar eerder nog meer dan een kwart was.

Vrouwen gaan gemiddeld negen maanden eerder met pensioen dan mannen. Hoogopgeleiden stoppen gemiddeld bijna tien maanden eerder dan laagopgeleiden.