Jubelende koopkrachtberichten niet voor gepensioneerden
Uit de cijfers blijkt dat de koopkrachtstijging vorig jaar 2,2% was. Dat leidde in de landelijke media tot bijna jubelende berichten, onder meer omdat het de grootste stijging is sinds 2016. Maar als we goed kijken naar de achterliggende cijfers, is er voor gepensioneerden geen aanleiding om te juichen. Weliswaar steeg hun (gemiddelde) koopkracht met 1%, maar dit blijft natuurlijk ver achter bij het gemiddelde.
Bevestiging
Voor ANBO zijn deze nieuwste cijfers een bevestiging van het standpunt over de koopkrachtontwikkeling. Door het overheidsbeleid komt er een scherpe deling tussen werkenden en andere groepen uit de samenleving. Waar gepensioneerden het met 1% moeten doen, is de koopkracht van werknemers afgelopen jaar met 4,3% gestegen.
Een verschil dat zo langzamerhand maatschappelijk onaanvaardbaar aan het worden is. Zo’n tien jaar geleden riep de overheid iedereen op om een financiële bijdrage te leveren aan de strijd tegen de crisis waarin we toen zaten. Ook gepensioneerden namen toen hun verantwoordelijkheid en droegen hun steentje bij.
Kei
Goed beschouwd is dat steentje, dat inmiddels een kei is geworden, nooit meer teruggekomen. Werknemers zijn er sinds 2012 totaal 20,5% op vooruit gegaan, gepensioneerden staan sinds dat jaar nog altijd op 1,3% in de min.
Het standpunt van ANBO is duidelijk. De ontwikkeling van de koopkracht moet voor iedere groep in de samenleving gelijk zijn, dus geen onderscheid. Dit gaan wij uiteraard ook overbrengen aan de formateur van een nieuw kabinet.
Ons laatste nieuws en voordeel in uw mailbox?
Klik op onderstaande button en kies welke nieuwsbrief u wilt ontvangen.