18 december 2014

AOW-leeftijd stijgt verder vanaf 2022

In het regeerakkoord  is afgesproken, dat de ontwikkeling van de AOW-leeftijd vanaf 2022 gekoppeld zal zijn aan de toename van de levensduur. Volgens de vandaag gepubliceerde CBS-prognose voor de levensduur, zal de AOW-leeftijd stapsgewijs verder verhoogd worden en in 2060 uit komen op 71,5 jaar. ANBO vindt dat er een forse taak ligt voor werkgevers om doorwerken van oudere werknemers tot de AOW-gerechtigde leeftijd mogelijk te maken.

Levensduur senioren stijgt

Senioren leven steeds langer. Op basis van de huidige stand van de volksgezondheid en de medische technologie hebben 65-jarigen gemiddeld nog 19,8 jaar te leven. Deze ‘virtuele levensduur’ is sinds de introductie van de AOW in 1957 met 5 jaar gestegen. De prognose voorziet een verdere stijging met nog eens 5 jaar tot 2060. Deze stijging kan ook enkele jaren hoger of lager uitvallen, omdat onzeker is hoe de ontwikkeling van de levensduur zich in de toekomst doorzet. In de praktijk leven 65-plussers gemiddeld langer dan hun virtuele levensduur, omdat zij ook nog profiteren van de medische ontwikkelingen na hun 65e. Verwacht wordt dat de mensen die dit jaar 65 werden daardoor gemiddeld nog 21,1 jaar zullen leven.

AOW-leeftijd gekoppeld aan virtuele levensduur

Volgens de huidige wetgeving zal de AOW-leeftijd stijgen tot 67 jaar in 2023. Daarna volgt de AOW-leeftijd, met stappen van 3 maanden per keer, eventuele verdere stijgingen van de virtuele levensduur op 65-jarige leeftijd. 
Volgens het regeerakkoord zal de AOW-leeftijd echter al in 2021 de 67 jaar bereiken en vanaf 2022 aan de virtuele levensduur gekoppeld worden. Een wetsvoorstel om deze versnelling door te voeren is op 17 november j.l. bij het parlement ingediend. Op basis van de nieuwe CBS-prognose zal deze koppeling in 2022 direct leiden tot een extra stijging van de AOW-leeftijd met 3 maanden. Dit kan nog veranderen, omdat de AOW-leeftijd voor 2022 pas begin 2017 zal worden vastgesteld, met de dan geldende CBS-prognose. Na 2022 wordt gemiddeld elke twee tot drie jaar een extra verhoging van de AOW-leeftijd voorzien. In 2060 zou dan een AOW-leeftijd van 71,5 jaar bereikt worden. Omdat de toekomstige levensduur niet nauwkeurig voorspeld kan worden, kan dit ook enkele jaren hoger of lager zijn.

Meer senioren op de werkvloer

Door de stijgende AOW-leeftijd worden 65-plussers op de werkvloer waarschijnlijk een gebruikelijker fenomeen. Eind 2014 zijn er 34 duizend 65-plussers die nog jonger zijn dan hun AOW-gerechtigde leeftijd. In 2040 zijn dat er naar verwachting 0,8 miljoen. 
Het totaal aantal personen in de werkzame leeftijden (tussen de 20 en de AOW-leeftijd) zal in 2040 naar verwachting op 10,2 miljoen liggen, iets meer dan nu. Bij een vaste AOW-leeftijd van 65 jaar zou dat aantal tussen nu en 2040 met 0,7 miljoen dalen. Dat de bevolking in de werkzame leeftijden door de stijgende AOW-leeftijd niet daalt, hoeft nog niet te betekenen dat er evenveel mensen beschikbaar blijven voor werk. Dat hangt ervan af of de leeftijd waarop ouderen stoppen met werken mee zal stijgen met de AOW-leeftijd.
Ondanks de stijgende AOW-leeftijd zal het aantal inwoners in de AOW-leeftijden naar verwachting toch toenemen, van 3,0 miljoen nu naar 3,9 miljoen rond 2040. Na 2040 wordt een daling voorzien.

Lees hier het hele CBS-persbericht

Bereken hier uw AOW-leeftijd

Update 27 maart 2015

Tweede Kamer akkoord: AOW-leeftijd sneller omhoog

De Tweede Kamer is donderdag 27 maart akkoord gegaan met een wetsvoorstel om de AOW-leeftijd sneller te verhogen, op voorwaarde dat de bestaande overbruggingsregeling wordt verlengd. Volgens de plannen komt de AOW-leeftijd al in 2021 uit op 67 jaar, en niet in 2023. De wet zal, wanneer de Eerste Kamer akkoord gaat, op 1 januari 2016 ingaan. Dan komt er een maand bij ten opzichte van de huidige wet en ligt de AOW-leeftijd niet op 65 jaar en vijf maanden, maar op 65 en zes maanden.

Die overbruggingsregeling is bedoeld voor mensen die door de verhoging van de AOW-leeftijd tijdelijk geen inkomen hebben, bijvoorbeeld omdat hun VUT-regeling eerder afloopt. Die regeling wordt nu verlengd tot 2023 en ook opengesteld voor mensen die tot 1 juli 2015 met VUT of vroegpensioen zijn gegaan.