ANBO tot Tweede Kamer: doe iets aan AOW-leeftijd
In een brief aan de vaste kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid roept ANBO de politiek op om de problemen van de stijgende AOW-leeftijd voortvarend aan te pakken. De kamercommissie buigt zich volgende week onder meer over de AOW-leeftijd.
Eerdere politieke debatten leverden voor de oudere werknemers niets op, constateert directeur-bestuurder Liane den Haan in de brief. Grote groepen oudere werknemers hebben moeite om de steeds stijgende AOW-leeftijd te halen. Het gaat daarbij onder meer om zware beroepen in sectoren als zorg, industrie en bouw, maar ook bij de politie en in het onderwijs.
Minder snel stijgen
ANBO stelt in de brief drie concrete maatregelen voor. Zo moet de AOW-leeftijd minder snel stijgen. De versnelling van de verhoging die drie jaar terug is doorgevoerd moet daarvoor worden teruggedraaid. Als tweede: In het huidige beleid staat dat in de toekomst elk extra levensjaar gelijk aan een extra jaar werken. Niet nodig, zo blijkt uit studies: acht maanden werk per extra levensjaar volstaat.
Oplossingen per sector
Als derde stelt ANBO voor om per sector te kijken welke maatregelen genomen kunnen worden om de zware beroepenproblematiek aan te pakken. De huidige boete op vervroegde uittreding (RVU-regeling) dient daarvoor te vervallen. Op deze manier komen de rekening te liggen in de sector waar de kosten ontstaan. Die rekening is tevens een stimulans om de problemen aan te pakken.
Het aanvankelijke enthousiasme voor bijvoorbeeld een flexibele AOW is bij ANBO geluwd. Uit onderzoek blijkt dat de hogere inkomens zelf voldoende financiële draagkracht hebben om eerder geheel of gedeeltelijk met pensioen te gaan, terwijl juist de lagere inkomens aan een flexibele AOW weinig hebben.