2 maart 2020

ANBO in FD: extreem lage rente vraagt om andere discussie over pensioenen

Maandag 2 maart staat er een opinieartikel van ANBO’s pensioenexpert, Willem Reijn, in het Financieele Dagblad. Het voorstel om de rekenrente los te laten is wat ANBO betreft een start om tot een goed pensioenakkoord te komen. Maar voor de lange termijn is het belangrijker om naar de rendementen van de pensioenfondsen te kijken. Die dreigen te worden uitgehold door de extreem lage rente. Lees hieronder zijn artikel.

Je zou denken: een ouderenorganisatie als ANBO moet toch staan juichen nu vakbonden, werkgeversorganisaties en het kabinet bij de uitwerking van het pensioenakkoord de huidige rekenrente willen loslaten. Maar laten we niet te vroeg juichen. Uiteindelijk gaat het niet om de rekenrente, maar om het rendement.

Grote winsten

De huidige rekenrente is gebaseerd op de marktrente en die is en blijft historisch laag. Het ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, dat €470 miljard aan pensioengeld beheert, moet rekenen met een rente van 0,5 procent. Met die rente zijn de verplichtingen omhoog gespoten naar maar liefst €499 miljard. Daar kan de winst van €65 miljard in 2019, oftewel 16,8 procent op het pensioenvermogen, niet tegenop. Had het ABP mogen rekenen met een rente van 2 procent, dan schreef het fonds vetzwarte cijfers met een dekkingsgraad van zo’n 116 procent. Nu zit het fonds met 94,5 procent dik in het rood. Zo bekeken is een andere rente zo gek nog niet, want die winsten zijn er natuurlijk niet voor niets.

Voorlopig helpt andere rekenrente wel

Voorlopig helpt een andere rente dus wel, vooral omdat de premies van de grote bedrijfstakpensioenfondsen zijn gebaseerd op die prudente rendementsverwachting. Op basis van de marktrente van 0,5 procent is pensioen volstrekt onbetaalbaar. Die afspraak in het pensioenakkoord zou het stelsel in één klap vernietigen. Niemand gaat de bijbehorende premie betalen, verlaging van de opbouw (in welke vorm dan ook) is een dure sigaar uit eigen doos. En waarom zou je geld in een potje doen waarvan de ontvanger minder belooft dan de inflatie?

Naderhand pas vaststellen of het wel mogelijk is

Maar de marktrente doet meer destructief werk en daar lees je te weinig over. Een langdurig lage rente holt pensioenen uit. Dat heeft minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken ook volmondig beaamd op vragen van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. De minister heeft in zijn roadmap, het tijdschema voor de uitwerking van het pensioenakkoord, ook een studie van het Centraal Planbureau (CPB) aangekondigd. Het CPB kijkt hierin naar de toekomst van ons kapitaaldekkingsstelsel, waarbij deelnemers voor het eigen pensioen ‘sparen’ en de premie wordt belegd, in een langdurig lagerenteomgeving.Dit CPB-rapport moet voor de zomer uitkomen. Hier begint het te wringen. Want volgens dezelfde roadmap moet tegelijkertijd de minister dat uitgewerkte pensioenakkoord naar de Tweede Kamer sturen. Er komt dus een pensioenstelsel waarvan naderhand pas kan worden vastgesteld of het überhaupt mogelijk is. Over dat CPB-rapport zal ook nog eens een brede maatschappelijke discussie losbarsten, die zeker tot de kerst duurt. De voortekenen zijn ook niet gunstig. Het CPB heeft alvast in een soort vingeroefening voor drie scenario’s de hoogte van de pensioenen berekend. De pensioenen, die volgens het akkoord 80 procent van het gemiddeld verdiende inkomen zouden moeten bedragen, kunnen heel wel terugvallen naar 50 tot 60 procent.

Geen garantie voor de toekomst

Bij de pensioenfondsen is men ook niet zo optimistisch. Die tekenen blind bij het kruisje als ze voor de komende tien jaar 2 tot 4 procent rendement mogen maken. Grote economische blokken zoals China, Europa en (in iets mindere mate) de Verenigde Staten vergrijzen. Dat betekent weinig groei en investeringen, en veel geld. Dat betekent ook: lage rente en weinig rendement. En dan gaat het pijn doen. Ons kapitaalgedekt stelsel is gebaseerd op premie en rendement. Die premie kan niet (veel) omhoog en de rendementen vallen structureel terug. Een giftige cocktail van weinig winst op aandelen en niets opleverende obligaties. Rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.

Rendement voor pensioenfondsen cruciaal

Zo komen de ambities van het pensioenakkoord zwaar onder druk. Dat geldt voor beide regelingen: voor de solidaire regeling zoals de vakbonden willen en voor de persoonlijke pensioenpotten van minister Koolmees. Wij zijn net als veel anderen voorstander van een macrostabiele discontovoet, oftewel een voorzichtige vaste rekenrente, die stabieler is dan de volatiele marktrente. Maar voor pensioenfondsen is ook het rendement cruciaal. Als die voor de komende dertig jaar te onzeker is, moeten andere middelen worden ingezet, bijvoorbeeld met een kasstromensysteem, waarin het saldo van premies en geïndexeerde uitkeringen vanuit het vermogen van €1500 miljard wordt aangevuld. Volgens eerste berekeningen zorgt een lager rendement (tot 3 procent) al voor het geambieerde stabiele en koopkrachtige pensioen.

Jammer dat we die discussie pas na de zomer mogen aangaan, als er een moeizaam uitgewerkt pensioenstelsel ligt dat wellicht geheel niet gaat werken. Vandaar dat we nog niet staan te juichen.

Willem Reijn